Beeldomdenker

Beeldomdenker

Gisteren hoorde ik op het nieuws dat medeburgers met een lichamelijke beperking nog steeds niet volop mee kunnen doen aan het openbare leven. Naast obstakels in het verkeer worden ze nagestaard of niet voor vol aangezien. Hoogste tijd voor een blog over beeldomdenken.

We mogen weer! De treinen stromen weer vol, we gaan erop uit. Dan besef ik weer hoe blij ik ben met mijn geleidehond. Voor de meeste mensen is het vanzelfsprekend om zelfstandig ergens naar toe te gaan. Nou, voor mij ook!

Vijf jaar geleden werd het VN-verdrag over toegankelijkheid en rechten van de mens ondertekend. Nu brengt het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) een rapport uit met de veelzeggende titel Lang niet toegankelijk. De titel slaat niet alleen op hindernissen als stoepranden, drempels of andere obstakels. Het blijkt ook dat mensen met een beperking worden nagestaard, niet voor vol worden aangezien of bot worden behandeld.

Als kind had ik een enorme hekel aan de witte stok met de rode streepjes. Tsja, vraag ik me nu af, hoe is dat toch gekomen? In de jaren vijftig en zestig werden mensen met zichtbare beperkingen stumpers genoemd. Voor hen was het beter om in een internaat te wonen. Men dacht echt dat dat beter was voor iedereen. Een kind met een handicap werd toen aangeduid als een ‘ongelukkig’ kind. Als ik daar nu aan terugdenk, heb ik gevoelens van plaatsvervangende schaamte. Wat moet dat naar geweest zijn voor ouders en kinderen.

Bij ons thuis werd er in mijn geval niet gesproken over handicaps. Ik was als iedereen en dat heeft me ver gebracht. Een echte blinde was iemand met een donkere bril en een stok. Dus stelde ik een hulpmiddel zo lang mogelijk uit. Als opgroeiend kind had ik het gevoel dat het beter was om een handicap te verzwijgen. Zou ik er aandacht voor vragen, dan werd dat misschien aanleiding voor een uithuisplaatsing naar een blindeninstituut. En daar kon wat mij betreft geen sprake van zijn!

Veel mensen vinden gebruikers van hulpmiddelen nog steeds zielig, niet in staat om te werken, niet in staat een gelukkig leven te hebben. Dat beeld klopt natuurlijk niet. Het hulpmiddel helpt je om zo prettig mogelijk te leven, om gewoon mens te zijn. Het heeft me zelf ook veel tijd en verdriet gekost om het zo te zien. Beeldvorming veranderen gaat nu eenmaal langzaam.

Hierbij mijn oproep aan iedereen. Bekijk het eens van een andere kant. Zie je iemand met een stok, in een rolstoel of met een hond, dan zie je iemand die (net als iedereen) bezig is te leven, bezig is met werk, sport, vrienden, enzovoorts. We doen ouders van gehandicapte kinderen een groot plezier met deze andere blik. Zij kunnen hun kinderen zonder schaamte opvoeden tot leuke jonge mensen. En die jonge mensen kunnen zich ontplooien in een maatschappij waarin iedereen een plek heeft.